– 500 gr (biologische) bloem
– 1 zakje gist (7 gr)
– 300 ml lauw water
– 1/2 tl zout
– 3 el honing
– stroop
– 60 gr boter
– 200 gr bruine suiker
– 2 tl kaneel
Doe het zout bij de bloem en meng alles goed door elkaar. Doe de gist door het lauwe water en roer tot de gist redelijk is opgelost.
Doe het water en gist mengsel bij de bloem en kneed alles goed door elkaar.
Doe de honing (of stroop) bij het deeg en kneed het geheel totdat het net nog plak aan de vingers en alles goed vermengd is.
Haal het deeg uit de kom, doe wat bloem in de kom en plaats het deeg terug. Dek af met folie en laat het geheel 1 uur rijzen totdat het verdubbelt is in grootte.
Doe het boter in de Dutch Oven en laat het smelten op een laag vuurtje.
Rol het deeg uit op een goed bebloemd werkblad tot een groot vlak. De dikte is rond de 2 a 3 mm.
Strooi de kaneel en 3/4 van de bruine suiker erover.
Naar keuze kun je nog honing of stroop op schenken. Het geheel moet goed plakken en stroperig worden.
Rol voorzichtig de lange kant op.
Doe de rest van de bruine suiker door de gesmolten boter.
Snij de ‘worst’ in schijven van 2 cm dik en plaats deze strak regen elkaar in de Dutch Oven.
Plaats de Dutch Oven op de grond en doe 1 of 2 houtskooltjes op de deksel zodat het deeg nog 30 minuten kan rijzen. Zo kan het deeg groeien en alle gaten opvullen.
Plaats nu 10 briketten op de deksel of houtskool en zet de Dutch Oven op 3 kolen. De meeste warmte moet vanuit de bovenkant komen. Na ongeveer 45 minuten zijn de bolussen klaar.
Lekker met vanille ijs en een kopje koffie!